Je leest het regelmatig: iemand die soms pas na weken dood gevonden wordt in z’n huis. Vorige week nog, een moeder en een zoon in Amsterdam-West.
Zoiets treurigs. Dus je probeert dat in je eigen omgeving te voorkomen. Mijn zusje was de laatste jaren qua gezondheid krikkemikkig: ze had van alles. Dus was daar de buurvrouw, de allerbelangrijkste persoon, en mijn nichtje die elke dag belden. ’En: ik heb een smartwatch,’ meldde mijn zusje trots, ‘die gaat de noodnummers bellen als ik val.’
Maar dan gaat een paar dagen geleden de telefoon. Mijn zus is ’s nachts uit haar bed gevallen en heeft 7 uur op de grond gelegen. Ze is volkomen versteend en heeft geen enkele mogelijkheid gezien zich op te trekken. De smartwatch liet het afweten. Maar de buurvrouw, die zoals wij allen weten beter is dan een verre vriend, zag dat het gordijn raar hing en ging naar binnen. Halleluja voor de buurvrouw.
Ambulance gebeld, ziekenhuis: een herseninfarct.
Ik race naar het ziekenhuis en gelukkig, ze kan nog normaal praten. Maar haar linkerzijde is verlamd en ze ziet aan die kant helemaal niks. Ja, rare figuren die voorbij komen, maar er niet zijn.
Omdat de dokter geweest is en wij niet precies weten wat ze gezegd heeft, ga ik op zoek naar haar. Ik word aangesproken door een ongeveer 80 jarige mevrouw die mij vraagt of ik haar moeder heb gezien. Nee, helaas. De dokter neemt alle rust om ons uit te leggen wat er aan de hand is.
De afgelopen jaren heb ik heel wat vrienden, ook jonge mensen, verloren. Elke keer ben je ervan ondersteboven, maar op de een of andere manier ben ik emotioneel nu veel meer geraakt. Zo’n intensief contact hebben mijn zus en ik niet. Wat raar, dat je er een totaal ander gevoel bij hebt. Waar komt dat vandaan?
En terwijl ik terug naar mijn auto loop, denk ik aan van alles: kan mijn zus nog wel terug naar huis en als niet waar moet ze dan heen? Ik pieker allerlei scenario’s door.
Op dat moment komt mij een scooter tegemoet met een mevrouw erop met een vervaarlijke helm.
‘Jou moet ik hebben,’ zegt ze en ik schrik, want je weet maar nooit. ’Jij was toch op tv met dat seks-ding? Nou, ik heb er een gekocht en ik wou je even zeggen: ik ben weduwe en ik had het tien jaar geleden moeten doen.’
En weg is ze.
Er zijn mensen die denken, dat ik dit soort columns verzin. Ik zweer jullie, ik heb niet genoeg fantasie om dit soort idiote situatie te bedenken.