Laatst had ik het met vrienden over hoe ons eet-patroon veranderd is. We eten veel meer in restaurants. Van mijn jeugd herinner ik dat ik maar één keer buiten de deur at. Restaurants waren alleen voor de zeer rijken. We laten tegenwoordig veel thuisbezorgen, of bestellen een verse kant en klaar maaltijd, of eten uit de diepvries.

En er zijn dingen die niemand meer eet, terwijl iedereen er goede herinneringen aan heeft.

‘Kalfslever,’ zegt een vriend, ’wanneer eet je dat nou nog? Met spek en gebakken appel, heerlijk!’

‘Nou, dat wil ik wel eens voor je maken,’ zeg ik in een onbewaakt ogenblik, ‘want,’ zegt hij erbij, ‘de lever mag niet bevroren geweest zijn.’ Bij de zesde slager die ik bel, kan ik het bestellen.

Niertjes eet helemaal niemand meer. Je had ooit een slager in Den Haag die gespecialiseerd was in nierbroodjes. Zie je nergens, hetzelfde geldt voor  uierboord, tong, hart, kortom de organen van een dier waar iedereen tegenwoordig van griezelt. Terwijl het veel milieuvriendelijker zou zijn als we alles van zo’n beest zouden gebruiken. Als we ze dan toch slachten, graag alles opeten.

Een vriendin vertelt over de ketelkoek die haar vader maakte. Ik had er nog nooit van gehoord. In Groningen noemen ze het Pofferd. Het werd in een speciale ketel gemaakt en haar ogen beginnen te glimmen als ze erover vertelt. ’Dat was zoiets zaligs,’ straalt ze.

Grappig hoe iedereen warme herinneringen heeft aan bepaalde soorten eten.

Aan hete bliksem, een stamppot van aardappels, uien en appels, aan hangop, een  eigengemaakte joghurt. ‘M’n moeder deed er plantjes in en dan werd het verrukkelijk,’ zegt weer iemand anders.

En dan hebben we natuurlijk nog de vergeten groenten.

‘Postelein,’ zucht een fan, ‘de lekkerste groente die ik me kan herinneren, maar wie eet het nog?’

Gelukkig kun je die groenten, zoals pastinaak, meiknolletjes, schorseneer en koolraap met wat geluk op de markt vinden.

We gaan rare tijden tegemoet, want over een paar jaar houden we deze verhalen tegen elkaar over haring, schar en vistong. Die worden dan niet meer gevangen: de vissers hebben het vanwege de hoge kosten opgegeven, de Noordzee staat vol met die afschuwelijke windmolens die omdat ze in diepe betonnen fundamenten zijn gegoten  de vis gek maken door de trillingen. Blijkbaar toch niet zo milieuvriendelijk als we denken. Als je vis bent tenminste dan. Dus ik zou zeggen: zo lang het nog kan, geniet er van.

inhoud hier

Leuk als je deelt!