Soms vragen mensen me wanneer ik het meest bang ben geweest. Sinds afgelopen weekend weet ik weer wanneer de eerste keer was.

Ik deed een kort weekend Berlijn, nog net voor de covidmaatregelen strenger werden. De eerste keer dat ik er was, jaren geleden, reisde ik naar Polen via Checkpoint Charly. Berlijn was toen een stad verdeeld door een muur. Aan de ene kant woonden de mensen uit het Westen, aan de andere kant die uit het Oosten. Als je van de ene naar de andere kant reisde, was het alsof je van een kleurenfilm naar zwart wit ging. De grenscontrole was krankzinnig streng. Regelmatig probeerden mensen uit het Oosten naar het Westen te vluchten, en dat deden ze op wanhopige manieren: door zichzelf onder een auto te plakken bijvoorbeeld. Bij het vluchten kwamen 136 mensen om.

Nu kun je in een escape-room een hele tocht van Oost naar West naspelen.

Of ik daar zin in had? Nee, de werkelijkheid toen was erg genoeg. Ik zie nog die grenswachten met laarzen en herdershonden spiegels op wielen onder onze auto rollen, om te kijken of er niemand onder zat. Toen was ik echt bang, het leek me een verschrikkelijk land om in te wonen.

Ik heb een raar dubbel gevoel bij Berlijn: mijn vader werd na zijn kamp door de Russen bevrijd en in een villa gezet om te wachten tot hij terug kon naar Nederland. Het staat allemaal beschreven in mijn boek Oorlogsvader. Altijd een beetje vreemd om in zo’n stad gewoon te winkelen. Wat overigens prima kan: alles is er, van goedkope supermarkten tot designerwinkels.

Afgelopen weekend was de Berlijnse Gay Parade. 35000 deelnemers. Opvallend in een land waar tijdens de oorlog vele tienduizenden homo’s zijn vermoord. Gewoon, omdat ze anders waren. Het is niet zo’n extravagante Gay Parade als in Amsterdam, maar hij wordt gehouden. Over verandering gesproken.

Tegenover mijn hotel staat 24 uur een politieagent op wacht. Ik vraag hem waarom. Er blijkt een Joodse boekwinkel en een bagel winkel te zijn.

‘Uit voorzorg,’ zegt hij, ‘je hebt nu eenmaal gekken.’

Dat is even wat anders dan in Amsterdam, waar een man gewoon op de Dam dagelijks beweert dat alle joden criminelen zijn en meer van dat soort onzin uitkraamt. En niemand doet er wat aan. Net zo goed als aanslagen op een joods restaurant niet gezien worden als antisemitisch.

Er is wat veranderd in Duitsland, maar hebben wij in Nederland eigenlijk wat geleerd?

Leuk als je deelt!