Ja, ik weet wel, de uitdrukking is: spreken is zilver, zwijgen is goud, maar morgen is het 4 mei en dus Dodenherdenking. Als die twee minuten stilte ingaan zijn er heel wat mensen die terugdenken aan hun getraumatiseerde familieleden. Of het nu over NSB ers, SS ers, Joden of mensen die in Indie in de kampen hebben gezeten gaat, of over veteranen. Zij allemaal hebben dingen meegemaakt waar ze niet over kunnen of willen praten.
Inmiddels zijn er ook kleinkinderen van de generatie die het zelf meemaakte en merkwaardig genoeg praten mensen makkelijker met hun kleinkinderen dan met hun kinderen. Ik begrijp dat wel, kinderen zijn te dichtbij.
Hanneke Groenteman en Femmetje de Wind kwamen er allebei achter: Hanneke met een tv serie: ’Laat oorlog geen generaties duren’ en Femmetje met een boek: ‘Door hun Ogen’. Mooi om te zien hoe slachtoffers zich wel kunnen openen voor hun (achter)kleinkinderen.
Voor mijn generatie, net na de oorlog geboren, blijft het een gevecht.
Nadat ik het boek ‘Oorlogsvader’ had geschreven, zo’n jaar of twee geleden, kwam ik achter allemaal dingen van mijn vader die ik helemaal niet wist. Dat gebeurde omdat ik lessen aan groep acht zou gaan geven over de oorlog voor www.nadeoorlog.nl. Alle gegevens moesten kloppen, en toen ontdekte een researcher dit.
Zo bleek mijn vader in een gewapende verzetsgroep te hebben gezeten in Twente, waar hij met zijn makkers burgerlijke standen overviel om de kaarten met gegevens van inwoners te vernietigen, zodat die mensen niet door de Duitsers opgehaald konden worden. Waarom vertelde hij me dat nooit?
Hij was ook getrouwd geweest met een vrouw, die in de oorlog weggevoerd werd en die hij nooit meer heeft teruggezien. Het meest tragische van deze zaak is wel dat hij dacht dat ze was vermoord, maar uiteindelijk bleek ze in Engeland terechtgekomen. En dat heeft hij nooit geweten. Bizar, dat ze beiden een nieuw leven begonnen zonder dat ze van elkaars bestaan wisten.
Nooit heeft hij ergens over gesproken, voornamelijk omdat hij vond dat het vanzelfsprekend was wat hij deed. Als ik wel eens trots thuiskwam met het verhaal dat er een kind bij mij in de klas zat van wie de ouders in het verzet gezeten hadden (louter om hem te imponeren), zei hij steevast: ’Ja, ja, die verhalen ken ik, na de oorlog zaten ze allemaal in het verzet.’
Ik hoop zo dat al die mensen die hun verhaal nooit vertelden, dat nu eindelijk eens zullen doen.
Dat het oplucht, en dat veel gegevens boven water komen waarvan we het bestaan niet afwisten.