Soms bloeit er op een vuilnisbelt een bloemetje, een sprankje hoop.
Zoiets ervoer ik maandag, toen ik bij de première zat van ‘Laat het licht aan’ in het De la Mar theater in Amsterdam.
De spreekwoordelijke vuilnisbelt is Nederland. Een op de vijf jongeren loopt met suïcidale gedachten rond. Dat is heel veel, meer dan in andere Europese landen. Per maand (u leest het goed, ik dacht eerst per jaar, maar nee, per maand!) belanden 350 jongeren op de Eerste Hulp, omdat ze een zelfmoordpoging waagden. Dat zijn er dus ruim 10 per dag!
Wat is de oorzaak? Er wordt gezegd de lockdown, maar laten we eerlijk wezen, de lockdowns in Spanje en Frankrijk waren veel erger en daar liepen de cijfers niet op. Opvoeding? School? We weten het niet.
Wat we wel weten: Jarno is op jonge leeftijd misbruikt door zijn stiefbroer en belandt daardoor in zijn puberteit in een depressie. Hij is er goed uitgekomen en heeft zijn ervaring omgezet in een toneelvoorstelling. Daarmee hoopt hij op scholen het gesprek op gang te krijgen, want dat is in Nederland wel een dingetje. Praten over downe gevoelens is not done, of wordt niet serieus genomen. Het zou mooi zijn als deze voorstelling, geproduceerd door Throughout Productions en bedoeld om in theaters voor scholen te spelen, ervoor zou kunnen zorgen dat jongeren leren over hun gevoelens te praten.
In de voorstelling zie je Jarno met z’n moeder (Hanneke Engels) in situaties die iedereen herkent. Een moeder die ervan overtuigd is dat ‘ze alles doet om haar zoon gelukkig te maken’ en precies de verkeerde dingen zegt. Barstensvol dooddoeners zit ze, zoals ik ze ook herken. Als ik aan mensen vertelde dat ik de put zat, was de reactie meestal: ’Hoezo, jij hebt toch alles?’ Maar het rare aan depressie is nou juist dat het daar allemaal niets mee te maken heeft. Zeker slachtoffers van aanranding hebben jarenlang last van minderwaardigheidsgevoelens en die neem je niet weg met: ‘waar klaag jij nou over?’
Naast me zat een mevrouw van telefoonnummer 113, zelfmoordpreventie, en ze was zeer onder de indruk. Ikzelf moest ook een traantje laten.
Prachtig dus dat jonge mensen elkaar op deze manier proberen te helpen, want de jonge producent financiert voorlopig alles zelf. Fijn dat er een voorstelling is die zeker het gesprek zal aanzwengelen. En voor wie het niet kan zien: neem gevoelens van downheid serieus, lach ze niet weg, vraag waarom en wat, ga het gesprek aan.
Met name mannen tussen de 20 en 30 zijn slachtoffers, en tegen hen is dé dooddoener: kom op, je bent jong, wat zeur je nou. En dan bedoel ik letterlijk dooddoener.