Al vroeg kwam ik erachter dat de wereld verdeeld is in twee groepen: die van de pennenlikkers en de straatvechters.  De pennenlikkers zitten achter een bureau, lezen of schrijven rapporten en hebben geen idee wat zich in de wereld afspeelt. De straatvechters wonen tussen de mensen en  weten hoe hard de strijd om het bestaan kan zijn.

De eerste keer dat ik erachter kwam, was toen ik als verslaggever de buitengewone kans kreeg om een Afrikaans Staatshoofd te interviewen. Ik was al in de Sahel, maar moest naar dat staatshoofd toereizen en daarvoor had ik toestemming nodig van de redactie. Geen mobiele telefoon toen daar, wel 50 graden, reizen was om de tien minuten je vastgelopen auto uit het zand graven. Een uur  verderop was een vaste telefoon. Daar aangekomen was de bliksem net ingeslagen. Nog een half uur verder. Toen ik eindelijk contact had met de redactie, zei de pennenlikker: ’Kun je morgen terugbellen, we hebben nu even crisis in Den Haag.’ En hij gooide de telefoon erop.

Toen dacht ik: wacht maar, als vrouwen later aan de macht komen, wordt het anders. Vrouwen kunnen zich veel beter inleven in anderen, ze beschermen hun kinderen en staan dus dichter bij het leven.

Laten we eens naar het roemruchte trio Ank Bijleveld, Ankie Broekers-Knol en Sigrid Kaag kijken. Alle drie gestudeerd, in volgorde van opkomst; bestuurskunde, rechten en Oxford. Nooit een echte baan gehad, alle drie hadden ze ambtenarenbaantjes, waarbij je nooit bang hoeft te zijn dat je geen geld krijgt aan het eind van de maand. Ik had bij vrouwelijke bestuurders gehoopt op warmte, mededogen, medemenselijkheid. Ik heb het bij geen van drieën nog kunnen ontdekken.

Ik heb een advies voor ze: neem es de tram van het Tweede Kamergebouw naar de Haagse Herman Costerstraat, naar de grootste markt van Nederland en vraag die kooplui is naar wat er aan de hand is in de wereld.

Wat ben ik teleurgesteld. Ank Bijleveld maakt de indruk dat ze niet eens het verschil tussen een kanon en een geweer kent, Ankie Broekers neemt besluiten over de toekomst van kinderen zonder enig overleg en Sigrid Kaag heeft de gotspe om eerst in april het advies van de Amerikanen en de Fransen om weg te wezen uit Afghanistan in de wind te slaan en vervolgens die Fransen te verwijten dat ze niet loyaal zijn. Je moet maar durven.

En dan ook nog zeggen dat je het ’verschrikkelijk’ vindt voor het ambassadepersoneel. Zeker een ambtenaar die haar influisterde dat ze menselijker overkwam als ze dat zei?

Nog even en ik snap die mensen die zeggen niets meer te hebben met de politiek.

Gelukkig hebben we Caroline van der Plas nog.

Leuk als je deelt!