Als ik vroeger research deed voor een tv-programma dat ik moest maken, ging ik vaak naar de archieven van dagbladen om mij te verdiepen in de tijd van toen. Je kreeg dan de krant in enorme grote boeken, met dikke kartonnen kaften en voor je het wist zat je te bladeren in de sfeer van die tijd.
Vaak ging het dan ook over de oorlog. Wat mij het meest verbaasde, was dat als je bijvoorbeeld een krant uit 1942 opsloeg, er gewoon advertenties voor make-up en kappers in stonden. Terwijl in dat jaar mensen naar concentratiekampen werden vervoerd, ondergedoken zaten of angstig werk deden in het verzet.
Ik was dan altijd een beetje ontdaan: hoe konden mensen in zo’n jaar aan de kapper denken?
Eerlijk gezegd doe ik nu precies hetzelfde.
Afgelopen week was ik in Cannes, voor een afspraak die ik al driekwart jaar geleden maakte. Daar was de Mipim, een onroerend goed beurs. Overal feestjes, drank en hapjes. Iedereen blij dat na twee jaar eindelijk weer een beurs gehouden werd.
Krankzinnig dat de oorlog daar niet zo veel invloed leek te hebben. Terwijl mijn vriendinnen hier allerlei plannen bedenken. Ze hebben cash geld klaarliggen om eventueel een ticket naar Canada te kunnen kopen, of ze hebben voorraden van water, bonen en blik aangelegd. Anderen steken hun kop in het zand en kijken helemaal geen nieuws meer. Sommigen hebben hun abonnement op de krant opgezegd, omdat ze niet dagelijks met de gruwelen van de oorlog geconfronteerd willen worden.
Ik snap dat wel: elke dag die beelden te moeten zien, dat een gestoorde idioot ziekenhuizen en winkelcentra bestookt, het is niet te bevatten. Wel hypocriet dat ik me er niet over opgewonden heb toen het in Syrië gebeurde.
Maar wat kun je als onbelangrijk persoontje doen? Ik heb er lang over nagedacht. Er zit niets anders op dan de dag te nemen zoals hij komt. Te genieten van het weer, van de kleine dingen in het leven: yes, hier komt nog water uit de kraan, het licht doet het, er is voedsel. Je realiseren dat je dit allemaal hebt, dat je dankbaar moet zijn.
Je kunt natuurlijk ook in de put gaan zitten en depressief worden. Alleen: daar heeft niemand wat aan, ook jijzelf niet.
Op weg naar het vliegveld in Cannes stapte er een Belgische meneer in.
‘Ik ga naar huis, ik verdraag dit niet meer,’ zei hij, ‘al die feestende mensen terwijl er zoveel aan de hand is.’
De onzekerheid slaat toe: mag je wel van het leven genieten terwijl anderen zo verschrikkelijk lijden?
Het is ongelooflijk dubbel, maar toch moet het antwoord zijn: ja. Aan chagrijnige types die humeurig zijn heeft niemand iets.