Natuurlijk komen allerlei herinneringen boven aan de reizen die ik in Gaza, Iran en Israël maakte.
Ik denk niet zo in vijand-beelden, dat is mij iets te makkelijk. Het bizarre is dat voor mijn idee in het Midden-Oosten alleen maar aardige mensen wonen. Het overgrote deel van hen is elke dag bezig met waar wij ook mee bezig zijn: hard werken om je brood te verdienen, zien dat je kinderen een goede opleiding krijgen, je gezondheid in de gaten houden.
Op televisie wordt het beeld vertekend. Palestijnen zijn altijd wanhopig, Israëli’s vrij zakelijk en Iraniërs ouderwets.
Maar dat is natuurlijk niet de werkelijkheid.
Een paar voorbeelden van ontmoetingen.
Een Palestijn met wie ik op reportage was stopte de auto langs de kant van de weg en ik dacht: wat nu? Hij liep naar een boom en plukte een vijg voor me. Dat was de eerste keer dat ik een verse vijg at.
Ik kwam in contact met een andere Palestijn. Hij vertelde dat hij alles deed om zijn mensen in normaal contact met Israëliërs te brengen. Ze waren zo beinvloed door het vijandbeeld dat ze hadden van elkaar, dat het extreem moeilijk was. Toen het contact dan eindelijk werkelijkheid werd, zeiden beide partijen dat het ze 100% meeviel en ontstonden er gewoon vriendschappen.
Als je er maar lang genoeg op hamert dat wat de ander doet niet deugt, gaat iedereen daar vanzelf in geloven.
Toen ik in Iran was, vroeg ik aan talloze mensen: waarom hebben jullie toch zo’n hekel aan Israëli’s? Iedereen antwoordde zonder uitzondering:’ Wij kunnen geen hekel aan Israëli’s hebben, we kennen hen niet eens. Het zijn de ayatollahs die ons een vijandbeeld opdringen.’
Blijkbaar zijn er echt landen die een regering hebben die ze niet verdienen. Dat geldt overigens voor alle drie de partijen. In Gaza zijn ze niet blij met hun regering, in Israël al helemaal niet en in Iran wordt er zelfs op leven en dood tegen de machthebbers gestreden.
Deze dagen zijn er momenten waarop ik wanhopig word: hoe moet dit aflopen? Waarom al dit walgelijke bloedvergieten?
Misschien dat na deze gevechten de heethoofden tot het besef komen dat dit tot niets leidt. Misschien is het opstap naar vrede.
Zou het helpen als meer vrouwen zich met dit conflict zouden gaan bemoeien, ik zie er niet één aan de onderhandelingstafels. Het gaat te veel over strategieën en te weinig over mensen.
Eigenlijk ben ik voor het eerst in jaren een beetje bang, vooral voor de nietsontziende haat van beide kanten. Ik wou dat ik iets anders kon zeggen.