Om te beginnen heb ik, met kleine uitzonderingen, altijd met veel plezier voor de omroep gewerkt. En er een leuk, spannend leven aan te danken.
Morgen komt ‘#Metoo bestond nog niet’ uit, een boek geschreven door twee omroeppro’s. Eric Eljon en Bart in ’t Hout geven een aardig kijkje achter de schermen. Mijn enige angst is dat de rovende, stelende, grensoverschrijdend gedrag tonende medewerkers als normaal worden gezien door buitenstaanders. Ik wil hier toch wel graag gezegd hebben, dat de meeste omroepmedewerkers hardwerkende, fatsoenlijke mensen zijn.
Natuurlijk kan ik ook voorbeelden geven van misplaatst gedrag. Zoals die keer dat we een onderwerp deden over handtassenmode en de eindredacteur na de uitzending alle tassen mee naar huis had genomen. Tot grote woede van de tassenfabrikant, die ze terug eiste. En kreeg. Gênant.
Of inderdaad, een omroepbaas die minstens één keer per week met het schuim om de mond stond te schreeuwen in de gang tegen iedereen, in de veronderstelling dat dat leiding geven was. En vervolgens een zwembad liet installeren in de tuin omdat de klusjesman voor ons programma werkte. Deugt niet natuurlijk.
Maar ja, dat is allemaal lang geleden. Het is veel meer de vraag hoe nu verder met de publieke omroep. Dat er een publieke omroep blijft bestaan lijkt mij een must in een democratisch land. Er is meer dan ooit behoefte aan onafhankelijke verslaggeving. Dat de NOS z’n leidende positie als nieuwsmaker al veel te lang geleden uit handen heeft gegeven door geen verslaggeving te doen maar uitsluitend een mening op te dringen, is buitengewoon jammer en de vraag is of dat ooit nog allemaal goed komt.
Eric en Bart denken aan een samenwerking van publieken met commerciëlen. Ik ga mee met de PVV en vind dat Nederland 3 weg kan. Zo’n apart net kost te veel geld.
Maar ik ga iets anders zeggen. De oorspronkelijke omroepen bestaan binnenkort allemaal zo’n honderd jaar. Reden genoeg om met elkaar te besluiten dat omroepen in een tijd van internet iets antieks zijn. Als je nagaat dat elke omroepvoorzitter ongeveer 2 ton verdient, en er zes zijn, afgezien van de aspirant omroepen, dan spaar je dus al 1,2 miljoen per jaar door al die voorzittertjes te skippen. Vervolgens geef je die twee netten aan drie groepen: religieus, progressief en conservatief. Op elke zender een baas die bepaalt dat niet alle talkshows tegelijk uitzenden en de productie terug in handen van de netten. Dat gaat de omroep weer zelf doen, zoals vroeger eigenlijk. En voorwaarde nr 1: de leidinggevenden weten wat tv maken is. Dus niet een mislukte advocaat die wel even zal zeggen hoe het moet.
Nieuws wordt de corebusiness , het enige waarmee ze kunnen concurreren. En natuurlijk ook goede kinderprogramma’s, programma’s voor ouderen, medische programma’s, eigenlijk alles wat de commerciëlen niet doen.
Maar ja, toen ik dertig jaar geleden bij de omroep kwam werken was er al sprake van dat ze opgeheven zouden worden. Ik bedoel maar.