Het is voor de eerste en ook de laatste keer dat ik je een brief schrijf, want morgen word je begraven. Gek eigenlijk dat we elkaar nooit schreven, altijd bellen en super korte appjes.
We hadden helemaal een raar soort vriendschap. We hadden eigenlijk niks gemeen.
Jij kwam uit het Rijke Roomse Leven en ik ben toch meer protestant opgevoed.
Jij kon echt als pr man van de katholieke kerk ingehuurd worden. Dat geloof gaf je vreugde en je kon een referaat houden waarna ik bijna besloot over te stappen. Morgen in de kerk zullen er Gregoriaanse gezangen zijn. Ik heb daar wel discussies met je over gehad: Man, dat is toch ongelooflijk ouderwets, zei ik dan, maar jij begon een heel betoog waarom het de mooiste muziek was die je kende.
Jij zat er niet mee om af en toe mensen fiks aan te pakken. Ik ging dan door de grond.
Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik er zeker van ben dat één ding ons bond: we hadden alle twee strenge vaders.
Dat gevoel dat je het nooit goed genoeg deed, dat hadden we beiden. Het bracht ons ook tot grote hoogten, want diep in ons hart wilden we maar één ding, zelfs toen we al in de vijftig waren: dat onze vaders trots op ons zouden zijn.
Ik was verbaasd over de agressieve gevoelens die mensen tegenover jou hadden. Toen ik je als gast had uitgenodigd in ons plaatselijke theatertje waren er mensen die me op straat aanspraken: ’Hoe kan je nou zo’n lul nou aan het woord laten!’
Dan zagen ze blijkbaar niet dat kleine hartje van je, dat maakte dat je na elke Afrika-reis me half huilend vertelde hoe verschrikkelijk de armoede was en de ziektes en dat je er niks aan kon veranderen.
Tijdens dat interview was het me duidelijk dat je ptss had. Al die verschrikkingen die je als jongetje uit de provincie zag, je had echt therapie nodig. Maar dat was natuurlijk flauwe kul voor mietjes.
Wat zal ik je missen als vriend. Je wist precies wanneer ik je nodig had. Dan belde je en zei dat ik een kanjer was en dat ik me nergens iets van aan moest trekken.
En als ik jou belde omdat ik vond dat je niet rechtvaardig behandeld was stuurde je me daarna minstens twintig roosjes per app. Vrouwen kregen van jou altijd rozen, ook echte, omdat vrouwen nu eenmaal volgens jou de mooiste schepsels op deze aarde waren.
Goede reis, Willibrord, ik hoop zo voor je dat er een hemel bestaat en dat je er in komt.