Bemoedigend hoe snel de gang van zaken rond DWDD is opgepakt. Eergisteren Martin van Rijn al benoemd om de zaak te gaan onderzoeken. Weliswaar PVDA en dat bij BNN/VARA, maar een goed bestuurder.
Ook mooi hoe iedereen een les uit de gebeurtenissen probeert te trekken. Ik heb tenminste nog nooit zoveel verhandelingen over arbeidsrecht, arbeidspsychologie, vergelijkingen met andere arbeidsomstandigheden gezien als de afgelopen tijd.
Alleen: ik ben zo vrij vanuit mijn langdurige ervaring als omroepmedewerker een paar opmerkingen te maken.
Denk niet dat bullying bosses, zoals dat nu heet, pestende bazen, niet in andere sectoren van de maatschappij voorkomen.
Dat gebeurt bij de politie, bij het bankwezen, in de supermarkt.
Alleen de omroep is in basis totaal anders.
Ik weet nog dat ik er kwam werken en dat mij meteen een paar dingen opvielen.
Iedereen leek iedereen te kennen. Of had er een relatie mee gehad. Of ze waren samen op vakantie geweest. Of ze waren familie zonder dat iemand dat wist. Dit nu zal het werk van de commissie heel moeilijk maken, onzichtbare banden, een giftige mix en vaak alleen bekend bij insiders.
Iemand die allang bij de omroep werkte toen ik er kwam, zei het gewoon keihard tegen me: ’Ken jij niemand? Nou meisje, zonder vitamine R (=relaties) doe je niks hier.’
Het leverde ook hilarische situaties op. Eens vertrouwde ik een vrouwelijke collega toe, dat ik ‘die man een ongelooflijke zak vond.’ Waarop de vrouw ijzig reageerde: ’Dat is mijn echtgenoot.’
En dan nog iets. Voor een goed tv programma is een goede redacteur eigenlijk net zo belangrijk als een presentator. Alle scholen van Journalistiek ten spijt, als de redacteuren in de praktijk terechtkomen, is dat een heel ander verhaal. Je moet mensen kunnen overhalen om naar een studio te komen bijvoorbeeld. En je algemene kennis dient op orde te zijn. Dus niet: ‘Edith Piaf, wie is dat?’
Toen ik bij de omroep kwam werken zaten er allerlei schimmige mannen en vrouwen achter bureaus waarvan we geen idee hadden wat ze deden, soms wel twintig jaar lang, en ze werden wel betaald. Daar zijn de ongelukkige korte contracten door ontstaan. Mag ik een pleidooi houden voor een lang contract voor goede mensen, als een soort beloning, voor die mensen zelf maar vooral ook voor de kwaliteit van de programma’s? Er moet toch een contractvorm te bedenken zijn dat je een flinke tijd kunt blijven werken en als je niet presteert ontslagen kunt worden? Is dat nou zo moeilijk? Als dit probleem opgelost kan worden zal dat de kwaliteit van alle televisieprogramma’s ten goede komen, voelen redacteuren zich veiliger en hoeven presentatoren niet constant het idee te hebben dat ze aan de zoveelste opleiding van redacteuren bezig zijn.