Er zijn van die momenten dat je echt niet weet wat te doen. Zo hadden wij op de redactie iemand werken die ongelooflijk naar zweet rook. We hadden er allemaal last van. Hoe los je dat op? Overleg: wie gaat het zeggen? Niemand durfde. Toen bedacht ik iets heel lafs: ik zet gewoon een deodorant op het bureau.
De redacteur komt binnen, kijkt misprijzend naar de deodorant, kijkt naar mij en zegt: ‘Die rotzooi gebruik ik niet.’ Dat was nou juist duidelijk. Dus ik zeg: ’Het is een suggestie van ons, omdat we vinden dat je een nogal duidelijke lichaamsgeur hebt.’
‘Ik heb er geen last van,’ was het antwoord. Dat heet een plank voor je kop hebben, maar we zaten er mooi mee. Wat nu? Uiteindelijk heeft het liefste meisje van de redactie uitgelegd dat het echt niet zo verder kon, en werd toch de deodorant gebruikt. Wat een opluchting, letterlijk en figuurlijk.
Ik heb ook eens een interview zitten maken met een minister die z’n trui binnenstebuiten aanhad. Het was waarschijnlijk mijn slechtste interview ever, want ik kon alleen maar denken: ’Moet ik hier nu iets van zeggen of niet?’ Uiteindelijk besloot ik van niet, omdat je het waarschijnlijk op beeld niet zou zien.
Eens had ik gehaast een jurk gepast. Snel,snel want eigenlijk geen tijd. Gezellig in het Gooische dorp Laren, waar regelmatig paparazzi rondlopen. Ik was zeker al twintig minuten uit de winkel, toen er een vriendelijke mevrouw op me af kwam.
‘Ik hoop niet dat U het erg vindt dat ik het zeg, maar u heeft uw jurk in uw panty zitten…’
Ik ging door de grond. Dank lieve mevrouw, anders had ik waarschijnlijk nog uren zo rond gelopen. Kun je je voorstellen wat voor foto dat voor de bladen oplevert? Fijn dat er nog mensen zijn die een ander niet voor schut willen laten gaan.
Van de week weer zoiets. Een mooie vrouw, schitterend grijs haar, fantastisch figuur, leuke kleren, elegante schoenen. Ze drinkt rode wijn. Dan begint ze te lachen. Echt waar, paarse tanden. Van die wijn natuurlijk. Twee van haar zoons zitten in het gezelschap. Die hebben blijkbaar nooit tegen hun moeder gezegd dat je van die klinieken hebt waar je tanden snel kunt laten bleken. Ook haar man is erbij. Waarom zeggen ze niks tegen haar? Of zouden ze er zo aan gewend zijn dat ze het niet zien? Jammer. Maar ik durf het niet tegen haar te zeggen, want ik ken haar net.
Dit zijn van die gênante dilemma’s. Je kunt het zeggen, maar daar moet je dan wel de juiste toon voor vinden en dat is niet direct mijn sterkste kant.
5 februari 2020