Geen doekjes erom winden: met 4 en 5 mei was ik opzettelijk niet in Nederland.
De twee minuten op 4 mei zijn voor mij heilig, en ik moest er niet aan denken dat er weer van die sukkels zouden zijn die de boel verstoorden.
Als klein meisje zat ik bij mijn ouders in de auto, toen wij, opgehouden door het verkeer, acht uur thuis nét niet haalden. We stopten ergens midden in Den Haag en ik zag een traan over mijn vaders wang rollen. Geen idee wat er aan de hand was, maar het moest erg zijn, want ik heb mijn vader nooit zien huilen verder.
Nu weet ik dat hij moest denken aan zijn ouders, zijn broer, zijn schoonzus, zijn grootouders en zijn maten uit het verzet die allemaal vermoord waren. Het ging zeker om tien leden van zijn familie en vrienden. Ik lees wel eens verhalen van mensen over hoeveel invloed één moord op een leven heeft. Hoe hij heeft kunnen doorleven met tien moorden is mij een raadsel.
Ik kan het niet verdragen als mensen de plechtigheid verstoren, is dat gek?
Toen we een ander jaar thuis twee minuten stil waren en er een auto voorbij reed, zei mijn vader:’ Moet je nagaan wat wij allemaal voor dit land hebben over gehad en zij brengen het niet eens op om twee minuten per jaar stil te staan.’
Enfin, achteraf viel het nog mee die vierde mei dit jaar. Voor de verandering was het nu bal op 5 mei.
Onze minister-president vertelde dat zijn opa was gefusilleerd omdat hij in het verzet zat. Misschien is ‘gefusilleerd’ een te moeilijk woord, of ‘verzet’? Men heeft geen idee. Ik durf te wedden dat de helft van de mensen niet weten wat dat betekent. Ik zou zeggen: trots zijn op zo’n premier. Maar nee hoor, een rode rookbom naar hem en zijn gast uit Polen. Gênant, Nederland weer negatief in het nieuws in het buitenland. Polen, waar een deel van onze bevrijders vandaan kwamen.
Langzamerhand beginnen de gevolgen van een maatschappij waar niemand meer iets van geschiedenis weet en geen mens welke autoriteit ook maar accepteert zich af te tekenen. Onderwijsgevenden stoppen ermee omdat ouders niets aannemen van hen, maar wel vinden dat de school de kinderen moet opvoeden. Politiegezag wordt niet meer aanvaard. De Tweede Kamer neemt de ene na de andere wet aan, maar handhaven ho maar.
We weten dat het zo niet verder kan. We kozen een ander parlement. En?
Er gebeurt helemaal niets. Goed debatteren is wat anders dan regeren.