Afgelopen weken overleden ze: Marijn de Koning, Ed van Thijn en Reinier Paping.
Mensen die allemaal op hun manier het verschil maakten. Reinier Paping kende ik niet persoonlijk, maar ik heb tientallen keren zijn finish op beeld voorbij zien komen toen ik jaren later grote nostalgie-specials over de Elfstedentocht maakte.
Marijn de Koning was voor mij een voorbeeld. De eerste vrouwelijke verslaggever bij het Journaal. Ze ging rustig haar eigen gangetje, maar toonde daarmee wel dat het dus mogelijk was om als vrouw ook iets in de nieuwsvoorziening te betekenen. Blijkbaar had niemand deze dagen in de gaten hoe belangrijk dat in die tijd voor vrouwen was. Haar overlijden was één zinnetje in het nieuws op de radio en een piepklein stukje in de krant. Toen ik voor iets anders Fons de Poel, ooit verslaggever bij Brandpunt, aan de telefoon had wist hij niet van haar dood.
‘We zijn als sneeuw van gisteren,’ constateerde hij somber. ’Bizar dat er zo weinig aandacht voor haar dood was.’ Of zou het ermee te maken hebben dat ze vrouw was?
Jaren geleden maakte ik met Ed van Thijn een documentaire over de invloed van het jodendom op zijn leven. Eerste reactie van hem: ’Die is er niet.’ Maar toen we wat verder gingen graven bleek toch dat de 18 verhuizingen als onderduikkind in de oorlog meer impact hadden gehad dan hij zelf vermoedde.
Ter voorbereiding van het programma dronk ik koffie bij hem thuis. Hij had cafe noir als koekjes. ’Mijn lievelingskoekjes,’ vertrouwde ik hem toe. Hij was toen net Minister van Binnenlandse Zaken en gaf meteen, droog, als antwoord: ’Dat heb ik de Binnenlandse Veiligheidsdienst even laten uitzoeken.’ Ik vond dat zo grappig, ik weet eigenlijk niet waarom. Nou ja, gewoon, dat je zo’n belangrijke dienst zou gebruiken om een onbetekenend verslaggevertje lievelingskoekjes te geven.
Omdat de documentaire meer emoties opriep dan we beiden voor mogelijk hadden gehouden, schiep dat een band.
Eigenlijk best bijzonder, hoe je met mensen die je helemaal niet zo goed kent toch een onuitgesproken band kunt hebben. En hoe je altijd met warme gevoelens aan ze zult blijven denken, omdat ze op de één of andere manier je leven verrijkt hebben.
Er zullen deze Kerst heel veel mensen alleen zitten. Ook mensen die dierbaren hebben verloren en daar verdrietig om zijn. Maar als je optelt hoeveel moois ze je hebben gegeven, is dat een enorme troost.
Voor iedereen: ik wens u een prettige Kerst. En ik denk dat de zielen van hen die er niet meer zijn door de herinneringen in ons voortleven.