Zit ik relaxed te beppen met een vriend over de toestand in de wereld, barst hij ineens los: ’Weet je waar ik me nou echt kapot aan erger? Aan die stomme vakantie-reclame van die vader met dat kind. Zegt ze dat ze ergens zin in in heeft, is dat leuk ofzo?’
‘Nou ja, je onthoudt het wel,’ probeer ik nog, maar de beer is los: ’Denken die reclame makers nou dat wij vertederd worden door zo’n eigenwijs meisje? Ik vind haar verschrikkelijk en ga daarom zeker niet bij dat reisbureau boeken!’
Het moeilijke met reclame is natuurlijk dat het zo vaak herhaald wordt. In het begin vond ik ‘geen zin in in’ ook leuk, nu krijg ik steeds meer irritatie.
Dan heb je bijvoorbeeld die reclame van een bedrijf dat je veiligheid in huis garandeert. In de nieuwste commercial loopt een vrouw met haar man over straat, zij voorkomt dat hij wordt overreden en daarom moet je dat bedrijf in de arm nemen om je huis te beveiligen? Ik zie de logica niet.
‘En’, gaat mijn vriend verder, ‘die aandacht voor ALS en de mensen die bijna niet meer kunnen praten. Ik hoor het en voel me opgelaten, gegeneerd. Ik vind dat uitventen van een ziekte, zo onsmakelijk!’
Aangezien ik van het poldermodel ben moet ik natuurlijk ook een paar reclames noemen waar ik naar uitkijk. De mevrouw van ‘Kruidvat’ bijvoorbeeld, ik moet altijd verschrikkelijk om haar lachen als ze aambeien crème voor een vriendin zoekt. Of lekker goedkoop met de buren tv meekijkt van onder een paraplu door hun raam.
Of die mooie reclame van een grootgrutter met Kerst, waar de bedrijfsleider dacht in z’n eentje de Feestdagen door te brengen. Hij wordt gebeld dat er een inbraak is en daar zit al zijn personeel om samen met hem Kerst te vieren. Mooie droomwereld, veronderstel toch eens dat zoiets echt was!
De tijd dat de kijker in de reclamewereld continu werd onderschat is voorbij. Jaren geleden schreef ik een column over dat vrouwen in wasmiddelenreclames zo stom werden afgebeeld. Dus ik vraag aan jongeren rond de twintig welke reclame hen het meest irriteert.
Afgezien van het feit dat ze bijna geen tv meer kijken, zeggen ze eensgezind: ’Die wasmiddelenreclames.’
Weer niks veranderd in de wereld.